Tristan und Isolde

Tristan und Isolde.jpg

Richard Wagner    

 

(Antwerpen 13-04-2001 / De Vlaamse Opera)

(Keulen 27-03-2009 / Bühnen der Stadt Köln)


Libretto van Richard Wagner, gebaseerd op traditionele bronnen.
Opera in 3 aktes.
Plaats en tijd. Op zee, het schip van Tristan, in de Koninklijke burcht van Marke in Cornwall, in de burcht van Tristan in Bretagne, in de legendarische vroege middeleeuwen.  Première. Munchen (Hoftheater) op (10 of)19-06-1865.  

TRISTAN ( neef van Koning Marke) tenor
ISOLDE ( Ierse Prinses) sopraan
KONING MARKE (Koning van Cornwall) bas
BRANGANE (haar vertrouwelinge) mezzosopraan
KURWENAL (zijn dienaar) bariton
MERLOT tenor / bariton
EEN HERDER tenor
EEN STUURMAN bariton
STEM VAN JONGE ZEEMAN tenor

Akte I 
Aan boord van een schip dat van Ierland naar Cornwall vaart. Het voorste gedeelte, afgescheiden van de rest van het vaartuig is het verblijf van de Ierse prinses Isolde die als bruid naar koning Marke van Cornwall reist. Vanaf de mast klinkt een lied van een jonge zeeman. Isolde ligt op een rustbank en vraagt haar vertrouwelinge Brangäne waar zij zijn. Als zij hoort dat zij Cornwall naderen, roept zij de winden op het schip in stukken te slaan, liever dan daar te landen. Dit is de eerste aanwijzing voor Brangäne dat Isolde deze kruistocht niet vrijwillig maakt. Zij vraagt Isolde haar het vertrouwen te schenken. Isolde wil dat het gordijn wordt opengeschoven. We ziet de ridder Tristan aan het roer staan, samen met zijn getrouwe dienaar Kurwenal. Na weer naar het deemoedige lied van de jonge zeeman geluisterd te hebben, vraagt Isolde aan Brangäne wat zij van Tristan denkt. Brangäne noemt hem een held zonder weerga, maar Isolde is sarcastisch zij beveelt Brangäne om Tristan bij haar te ontbieden. Maar Tristan weigert hoffelijk, tot Brangäne hem onomwonden vertelt dat het een bevel van de toekomstige koningin is. Bij die woorden springt Kurwenal op en vraagt of hij het antwoord mag geven. Hij zingt dan een beledigend lied,  Ierse maid  bijgestaan door de zeelieden. Brangäne keert onverrichter zake terug. Isolde wil weten hoe het gesprek verliep, en Brangäne brengt haar alles woordelijk over. Isolde die Kurwanals lied duidelijk verstaan heeft. vertelt dan Brangäne wat er gebeurd is tussen haar en Tristan. Een gewonde man was in een bootje naar Ierland gekomen om daar genezing te zoeken bij Isolde, die beroemd was om haar geneeskunst. Hij noemde zich Tantris, maar Isolde herkende in hem spoedig Tristan, de man die haar verloofde Morold in een gevecht had gedood. Het hoofd van Morold had men naar Ierland gestuurd, en daarin had Isolde een splinter uit Tristans zwaard gevonden, die precies paste in het zwaard van Tantris. Daarom wilde zij zich op hem wreken en stond klaar om hem met Morolds zwaard te doden. Maar toen hij haar rustig in de ogen zag sloeg haar haat om in liefde, zij liet het zwaard machteloos vallen en verpleegde de wond, die Morold geslagen had, tot de gewonde genezen naar huis kon terugkeren. Hij zwoer haar dure eden van dank, en hield zich daaraan door later, vol trots, op een schip haar hand te komen vragen voor zijn oom, de oude koning Marke van Cornwall. Zij stelt zich de situatie voor, hoe Tristan haar aan zijn oom moet hebben aanbevolen en hoe hij zich als bruidswerver moet hebben opgedrongen. Zij vervloekt hem en zichzelf erbij. Brangäne is ontzet over dit hele relaas. Zij probeert echter Isolde tot reden te brengen, door haar erop te wijzen dat Tristan haar juist de hoogste eer bewezen heeft door haar bij zijn Koning aan te bevelen. Een koning die als edel en goed bekent staat. Het is echter duidelijk dat Isolde gegriefd is door het feit dat Tristan haar niet voor zichzelf is komen opeisen. Kennelijk voelde hij niets voor haar. Brangäne herinnert haar nu aan de toverkunsten van haar moeder, die haar naar het vreemde land een kistje met toverdranken heeft meegegeven. Isolde haalt het kistje tevoorschijn, maar als Brangäne er de liefdesdrank uithaalt, zegt Isolde dat zij zich vergist. Het is de doodsdrank die zij wenst. Kurwenal komt onbehouwen binnenlopen om mee te delen dat men vlak bij Cornwall is en dat de vrouwen zich gereed moeten maken om aan land te gaan. Isolde geeft hem een boodschap mee voor Tristan, waarin zij zegt niet aan land te gaan voordat hij zich met haar verzoend heeft. Kurwenal brengt de boodschap over en Isolde neemt bewogen afscheid van Brangäne. Zij gebiedt haar de gifdrank in de bekers te schenken die zij met Tristan ter verzoening zal drinken. Brangäne maakt tegenwerpingen, maar moet zich terugtrekken, omdat Tristan zijn opwachting maakt. Isolde zegt Tristan dat er nog altijd een bloedschuld tussen hen is en herinnert hem uitvoerig aan het voorval in Ierland. Tristan vindt dan dat wraak moet nemen voor Morold wraak moet nemen en geefthaar zijn zwaard om hem te doden. Isolde vindt dan dat ze daarmee Marke een slechte dienst zou bewijzen, en stelt voor een zoendrank te drinken. Brangäne brengt de beker, die door beiden gedronken wordt. Isolde verwacht te sterven, maar de dood blijft uit. Als het schip in Cornwall aankomt en de bemanning Koning Marke toejuigt, bekennen zij elkaar hun liefde. Wanhopig trekt Brangäne hen uit elkaars armen. Isolde vraagt verward welke drank Brangäne geschonken heeft en Brangäne bekent, de liefdesdrank. Het schip is intussen aangekomen en als het doek valt treft men voorbereidingen om Koning Marke aan boord te ontvangen.
Akte II 
De tuin van de Koningsburcht in Cornwall. Zomeravond.
Marke is met zijn gevolg op jacht gegaan en men hoort de hoorns van zijn jachtstoet in de verte. Te dichtbij nog, is het oordeel van Brangäne. Isolde wacht namelijk op de komst van Tristan, die van deze afwezigheid gebruik zal maken haar te bezoeken. Als teken dat alles veilig is zal de fakkel die boven haar deur hangt gedoofd zijn. Brangäne waarschuwt voor de hoveling Melot, die al bij de ontvangst aan boord van het schip iets gemerkt heeft. Isolde zegt haar echter dat Melot Tristans beste vriend is en dat juist hij deze nachtelijke jacht heeft voorgesteld. Brangäne verwijt zichzelf de liefdesdrank geschonken te hebben, maar Isolde zegt dat het een wonder van Frau Minne geweest is. Zij kan niet langer wachten, ze stuurt Brangäne de toren op om de wacht te houden, en dooft de fakkel. Na ogenblikken van gespannen verwachting komt Tristan binnengestormd, en zij vallen in elkaars armen. Nu volgt het uizonderlijke liefdesduet, dat op zich zelf al meer dan drie kwartier duurt. Het wordt op het hoogtepunt onderbroken door gezang van Brangäne die op de toren de wacht houdt. Einsam wachtend in der nacht. Zij waarschuwt dat de nacht ten einde loopt. Later waarschuwt zij een tweede maal, maar de geliefden gaan volkomen in elkaar op en zijn voor geen waarschuwing vatbaar. Plotseling stoot Brangäne een felle kreet uit. Kurwenal komt binnengestormd met de roep "Redt U, Tristan" en direct achter hem komt Koning Marke op, met zijn jachtstoet, waaronder Melot. Deze wijst de Koning op zijn voorspelling dat hij de twee op heterdaad zou weten te bestrappen. Marke is diep geschokt. Wie kan hij nog vertrouwen nu zelfs Tristan hem bedroog? Hij heeft slechts één vraag: waarom? Tristan moet hem het antwoord schuldig blijven. Tristan vraagt Isolde of zij hem naar een ver land wil volgen. Zij antwoordt met ja. Als Tristan haar voorhoofd kust, veert Melot verontwaardigd op. Tristan daagt hem uit, en zegt dat Merlot heeft verraden, omdat hij zelf verliefdis op Isolde. Hij trekt zijn zwaard en valt Melot aan, maar Tristan wordt geraakt, en valt zwaar gewond in de armen van Kurwenal.
Akte III 
Een terras op de vervallen burcht Kareol van Tristan waar Kurwenal zijn zwaargewonde meester heeft heengebracht. Hij ligt op zijn ziekbed in de schaduw van een grote lindeboom. Buiten hoort men een herder een droevige melodie op zijn schalmei blazen en even later verschijnt deze om Kurwenal te vragen hoe het met zijn meester gaat. Kurwenal heeft een boodschap naar Isolde gezonden, de enige die nog is staat is om Tristan te genezen. Hij heeft de herder opgedragen om de komst van Isolde met een vrolijke melodie aan te kondigen. Tristan ontwaakt eindelijk en hoort de herderswijs, die hem aan zijn jeugd herinnert. Kurwenal is buiten zichzelf van blijdschap dat Tristan weer bij kennis is en vertelt Tristan dat hij hem naar zijn eigen burcht in veiligheid heeft gebracht. Tristan is echter vervuld van melancholie en leeft pas op als Kurwenal hem zegt dat hij Isolde heeft uitgenodigd. Hij kan het ogenblik nauwelijks afwachten, maar de melodie van de herder blijft droevig. Tristan vervloekt in zijn ijlkoortsen de liefdesdrank en valt weer in onmacht. Kurwenal denkt dat hij al gestorven is, maar weer komt Tristan bij en hij heeft een visioen waarin hij Isolde op haar schip ziet naderen. Nu klinkt ook plotseling het vrolijke lied van de herder. Kurwenal kijkt over de borstwering en geeft verslag over de aankomst van het schip, dat eerst gevaar loopt in de branding, maar dan veilig voor anker gaat. Hij snelt de burcht uit om Isolde aan land te helpen, en vraagt Tristan rustig op zijn bed te blijven liggen. Maar Tristan is zo in extase dat hij opstaat en de verbanden van zijn wonden trekt. Hij stort neer als Isolde binnenkomt en sterft in haar armen. Isoldes valt op zijn lijk in onmacht. De herder komt Kurwenal waarschuwen dat er een tweede schip is aangekomen, waarop Marke en Melot zich bevinden. De stuurman van het eerste schip komt buiten adem meedelen dat zijn bemanning gevangen is genomen. Kurwenal wil de poorten van de burcht sluiten, maar dan dringt Brangäne binnen, gevolgd door Melot. Kurwenal dood hem, maar in het gevecht met de overige mannen van Koning Marke wordt hij zelf dodelijk gewond. Marke is nu zelf ook aangekomen. Brangäne tracht Isolde te vertellen, dat zij haar nagereisd zijn, omdat zij alles over de liefdesdrank aan koning Marke heeft verteld. Marke is onmiddelijk hierheen gereisd om zich met Tristan te verzoenen en Isolde aan hem af te staan. Opnieuw toont Marke zich geschokt en uit dit in een langdurige monoloog. Niets van dit alles dringt echter tot Isolde door. Terwijl zij stervende is zingt zij haar Liefdesdood. Zij is in extase, nu zij eindelijk met Tristan verenigd is.

(Antwerpen 13-04-2001 / De Vlaamse Opera)

SILVIO VARVISO dirigent
WILLY DECKER regie
WOLFGANG GUSSMANN decor & kleding
MICHAEL ROGER licht
ERIK LEDERHANDLER koor
SVEN NIELSEN regie
Bezetting  
LOUIS GENTILE Tristan (tenor)
LUANA DEVOL Isolde (sopraan)
FRODE OLSEN Koning Marke (bas)
PETRA LANG Brangäne (mezzosopraan)
JULIA JUON Brangäne (mezzosopraan)
JURGEN FREIER Kurwenal (bariton)
KOR - JAN DUSSELJEE Melot (tenor / bariton)
MIGUEL TORRES een stuurman (bariton)
ALEXEI GRIGOREV herder / stem van jonge zeeman (tenor)

(Keulen 27-03-2009 / Bühnen der Stadt Köln)

MARKUS STENZ dirigent
DAVID POUNTNEY regie
ROBERT ISRAEL decor
MARIE-JEANNE LECCA kleding
HANS TOELSTEDE licht
ANDREW OLLIVANT koor
Bezetting  
RICHARD DECKER Tristan (tenor)
ANNALENA PERSSON Isolde (sopraan)
ALFRED REITER Koning Marke (bas)
MICHAIL SCHELOMIANSKI Koning Marke (bas)
DALIA SCHAECHTER Brangäne (mezzosopraan)
ELENA ZHIDKOVA Brangäne (mezzosopraan)
SAMUEL YOUN Kurwenal (bariton)
GERARDO GARCIACANO Melot (tenor / bariton)
JOHANNES PREISZINGER een herder (tenor)
  een stuurman (bariton)
JEONGKI CHO stem van jonge zeeman (tenor)