tenor
Tamás Tarjányi is in 1985 geboren in Kecskemét (Hongarije). Van 2003 tot 2007 kreeg hij acteer-lessen aan de Universität für Schauspielkunst in Budapest. Hierna studeerde hij van 2007 tot 2009 aan de Ferenc Liszt Musik Akademie in Budapest bij Prof. Magda Nádor. In 2009 veranderde hij van studierichting. Hij ging naar de Universität Für Musik und darstellende Kunst Wien, waar hij lessen volgde bij Prof. Margit Klaushofer.
Tijdens zijn studie was hij al te gast in de Budapester Staatsoper in de rol van Tamino in Die Zauberflöte, en met meerdere kleine rollen trad hij op in het beroemde Budapester Operettentheater. Ook was hij te gast bij kleinere Hongaarse Festivals. In de herfst van 2011 had hij zijn debuut bij het Leipziger Symphonie-orchester, en in het najaar van 2012 was hij te gast in het Theater an der Wien als Anfinomo in Il ritorno d`Ulisse in Patria (*Monteverdi), met Claus Guth als regisseur en de dirigent Christoph Rousset samen met het beroemde Baroque Ensemble "Les Talens Lyriques". In deze productie had hij datzelfde jaar ook zijn gastoptreden bij het Bremer Musikfest.
Vanaf het seizoen 2012/2013 is hij vast verbonden aan het Theater Bonn. Hier zong hij o.a. als Conte di Almaviva in Il Barbiere di Siviglia, de titelrol in Jephta in het Oratorium van Händel en als Flavio in Norma. In het voorjaar van 2013 zong hij aan de Budapester Staatsoper als Don Ottavio in Don Giovanni, en als knaap in Parsival.
