Maria Stuarda

Maria Stuarda

Gaetano Donizetti    

 

(Eindhoven 12-11-1997 / Stadsschouwburg / Nationale Reisopera)
(Luik 24-05-2014 / Opera Royal de Wallonie Luik)

Libretto van Guiseppe Bardiri, bewerkt door Donizetti Opera met ouverture in drie aktes.
Plaats en tijd. Westminster, rond 1587
Première. Milaan (Teatro alla Scala) op 30-12-1835.   
 

ELIZABETTAsopraan
MARIA STUARDAsopraan
ANNAalt
LEICESTERtenor
CECILbariton
TALBOTbas

In onze wereldgeschiedenis zijn er persoonlijkheden, wiens leven direct na de dood al een legende wordt, en de fantasie van de volgende generatie steeds weer bezig houdt.
De Schotse koningin Maria Stuarda is zo`n persoonlijkheid. Zij werd in 1587 op bevel van de Engelse Koningin Elizabeth I terechtgesteld op het schavot.
(*Donizetti) liet zich in 1834 inspireren door Friedrich Schillers tragedie Maria Stuarda, voor de opera die hij moest schrijven voor het Theatro San Carlo in Napels.
Het is een geweldige belcanto-opera geworden, met een onderwerp, dat in hoge mate overeenstemde met de dramaturgische bedoelingen en artistieke mogelijkheden van de componist.
Omdat het niet denkbaar was dat twee heersers samen op één toneel zouden staan stond de censuur het een tijd lang niet toe dat de opera werd opgevoerd.
Het werk raakte in vergetelheid, ook omdat de rolbezetting van onvoldoende kwaliteit was. Nu krijgt deze opera echter weer de plaats die zij verdient. Het Theater.

Met Maria Stuarda gaan we terug naar de oorsprong van de opera. Donizetti herschrijft deze geschiedenis om haar geschikt te maken voor het theater.
Dit deden (*Peri) en (*Monteverdi) ook al met het herschrijven van de mythe van Orfeus. Het thema, de confrontatie tussen twee vrouwen met een eigen mening, werd een op zichzelf staande mythe, die we later weer in verschillende vormen tegenkomen in de opera`s 
Don Carlos en Aïda van (*Verdi)
Adriana Lecouvreur van (*Cilea)
La Gioconda van (*Poncielli)
Elektra van (*Strauss).
Laten we hopen dat de zangeressen die deze rollen spelen niet hetzelfde incident meemaken als tijdens de productie van Donizetti`s opera, toen de Elizabeth en Maria de confrontatiescène zo serieus namen, dat zij met elkaar op de vuist gingen.


Akte I  
Koningin Elizabeth  wordt terugverwacht van een toernooi ter ere van de Franse gezant.
Deze heeft in naam van de Koning van Frankrijk om haar hand gevraagd, maar omdat zij Robert, Graaf Leicester bemint, wil zij een huwelijk om politieke redenen niet aangaan. Lord Talbot vraagt haar gratie te verlenen aan haar achternicht, Maria Stuart.
Zij wordt al enkele jaren door Elisabeth vastgehouden, omdat zij vermoedt dat Maria haar de heerschappij over Engeland wil aanvechten.
Op aandrang van haar omgeving is Elisabeth een persoonlijke confrontatie met de voormalige Schotse koningin tot dusverre angstvallig uit de weg gegaan.
Heimelijk is zij tegen amnestie, omdat haar favoriet Leicester klaarblijkelijk verliefd is op haar rivale Maria.
Tijdens een vertrouwelijk gesprek overhandigt Lord Talbot, die Maria in de gevangenis bezocht heeft, een brief en een portret van de Schotse koningin aan Leicester.
Deze koestert inderdaad gevoelens voor de raadselachtige Maria en zweert dat hij haar, koste wat kost, bevrijden zal.
Vervuld van emoties brengt Leicester de smeekbede van Maria Stuart over. Zij wil een persoonlijke ontmoeting met de Engelse vorstin in haar gevangenis.
Elisabeth die steeds argwanender wordt, merkt dat Leicester inderdaad verliefd is op de Schotse koningin.
Schijnbaar koel verklaart zij zich bereid tot een ontmoeting.
Akte II  
Maria is gelukkig omdat zij zich bij wijze van uitzondering, samen met haar vertrouweling Anna, in het park van haar gevangenis mag begeven.
Zij staart treurig mijmerend naar een wolk die in de richting van Frankrijk zweeft, het land waar zij opgroeide.
De komst van Elisabeths jachtstoet boezemt haar angst in en brengt haar terug naar de werkelijkheid.
Leicester probeert Maria optimistisch te stemmen voor de ontmoeting met de Engelse Koningin, maar zij blijft bedrukt.
Somber vraagt zij hem terughoudendheid te zijn, hij mag niet omwille van haar zijn eigen leven in de waagschaal zal stellen.
Plotseling staan beide vrouwen tegenover elkaar. Maria's smeekbeden stuiten steeds meer op de koude spot van Elisabeth.
Uiteindelijk verliest Maria haar met moeite behouden beheersing en maakt zij Elisabeth uit voor bastaardkind van haar vader Hendrik VIII en voegt daaraan toe dat zij als zijn opvolger onterecht de kroon van Engeland draagt.
Ontzet vlucht Elisabeth weg.
Akte III  
Lord Cecil, vertrouweling en raadsheer van de Engelse koningin, praat lang in op de tegenstribbelende Elisabeth, waardoor zij, op het moment dat zij Leicester ziet komen, toch het doodvonnis tegen Maria Stuart ondertekent.
Door Leicesters smeekbeden met ijzige minachting te beantwoorden toont zij nu haar wraak voor zijn liefde voor de Schotse Koningin.
Om hem nog dieper te raken beveelt zij, dat hij de onthoofding van zij vriendin Maria moet bijwonen.
Lord Cecil overhandigt Maria het doodvonnis. Talbot is met hem meegekomen om nog een laatste keer met haar te spreken.
Kalm vertelt Maria over haar dwalingen, die Talbot haar in de naam van God vergeeft.
Huiverend bereiden Maria's volgelingen zich voor op de terechtstelling.
Maria probeert hen te troosten door haar geloof in verlossing in het hiernamaals te uiten.
Zij roept hen op, samen met haar te bidden en haar tegenstandster Elisabeth te vergeven.
Leicester vervloekt vertwijfeld het noodlot, maar Maria wijst hem op het weerzien in een betere wereld.
Rustig gaat Maria haar dood tegemoet.  


(Eindhoven 12-11-1997 / Stadsschouwburg / Nationale Reisopera ) 

JOHAN VAN SLAGERENdirigent
ANDREA RAABEregie
TOBIAS DINSLAGEdecor
MECHTILD SEIPELkleding
SEMYON ROZINkoor
Bezetting 
STEFANIE FRIEDEElizabetta (sopraan)
CHERYL BARKERMaria Stuarda (sopraan)
ANNELIES LAMMAnna (alt)
HARRIE VAN DER PLASLeicester (tenor)
JOSEPH CALLEJALeicester (tenor)
MARCEL BOONECecil (bariton)
PETER BORDINGCecil (bariton)
JACO HUYPENTalbot (bas)