Giovanna d`Arco

Giovanna d`Arco

Giuseppe Verdi  

 

(Jeanne d`Arc)                        

Libretto van Temistocle Solera, deels naar Friedrich Schillers toneelstuk "Die Jungfrau von Orléans" (1801)
Lyrische opera met proloog in 3 aktes.
Plaats en tijd. Domrémy en Reims, 15e eeuw tijdens de honderdjarige oorlog.
Première Milaan (Teatro Alla Scala) 15-02-1845
 

KAREL VII (Koning van Frankrijk) tenor
GIACOMO (herder) bariton
GIOVANNA (zijn dochter) sopraan
DELIL (officier van Koning) tenor
TALBOT (aanvoerder Engels leger) bas

Inhoud

Karel VII Koning van Frankrijk, is meerdere keren verslagen door de Engelsen. Dat heeft hem moedeloos gemaakt. Hij krijgt een visioen, en laat zich daar door leiden. Hij ontmoet Giovanna een herderin, die hevig verlangt naar de bevrijding van Frankrijk. Haar vader is bang dat zij onder invloed staat van de duivel, en denkt dat zij de geliefde van de Koning wil worden. Hij verstoot haar. Onder aanvoering van Giovanna verslaan de Fransen de Engelsen. De Koning verklaart haar zijn liefde.
Giacomo beschuldigt haar van hekserij. De menigte wil dat Giovanna wordt uitgeleverd aan de Engelsen. In de Engelse gevangenis doet de maagd afstand van haar aardse liefde; de Koning. Weer wordt zij uitgeroepen tot bevrijdster van Frankrijk. In een laatste veldslag leidt zij het Franse leger nog een maal naar een overwinning. Zij wordt dodelijk verwond en sterft. Zij heeft haar taak volbracht, en vader en dochter verzoenen zich.  

Ouverture
Eerste toneel.
Grote hal in de burcht van Domrémy.
Karel VII beschrijft aan zijn officieren en de dorpelingen, de plek die hij in zijn visioen had gezien, want daar zal een strijdt moeten plaatsvinden.
Tweede toneel
In het bos.
Giovanna bidt bij een Mariabeeld tot de heilige maagd. Zij voelt zich uitverkoren om Frankrijk te redden. Zij moedigt de Koning aan en is bereid hem te volgen. Haar vader die het gesprek tussen hen beiden heeft afgeluisterd verstoot zijn dochter.
Akte I
Eerste toneel.
Een Engels kamp vlakbij Reims.
De Engelsen soldaten hebben gehoord van Giovanna en haar bovenaardse roeping en zijn bang de strijd aan te gaan. Haar vader die het gevoel heeft dat zijn dochter is verleid door de Koning, is bereidt haar uit te leveren aan de Engelsen.
Tweede toneel.
Reims, in de tuin van het koninklijke paleis.
Giovanna wil weer als een gewoon meisje terugkeren naar Frankrijk. Karel verklaart haar zijn liefde, die zij beantwoordt, en vraagt haar om hem te kronen. Giovanna is bang dat haar aardse gevoelens sterker zullen worden en de macht zullen krijgen over haar hemelse. 
Akte II
Voor de kathedraal van Reims.
Het volk juicht Giovanna toe, maar haar vader klaagt haar aan wegens hekserij. Karel wordt beschuldigd van godslastering. Giovanna voelt zich ook schuldig, en doet geen moeite om zich te verdedigen. Giacomo levert haar uit aan de Engelsen.
Akte III
Een Engelse vesting, vlakbij het slagveld.
In de gevangenis smeekt Giovanna om bevrijding en verzoening. Zij ziet in dat zij door haar liefde voor Karel haar gelofte verbroken heeft. Nog een laatste keer wil zij de Fransen bijstaan in hun strijd. Giacomo beseft dat zij dochter onschuldig is. Hij vraagt haar vergiffenis en bevrijdt haar. Giovanna en haar mensen overwinnen, en zij redt Karel. Zij wordt zelf dodelijk verwond, en terwijl iedereen om haar rouwt, legt zij haar lot in handen van de heilige maagd, net zoals eerder in het bos van Domrémy.