Der Freischütz

Der Freischutz.jpg

Carl Maria Von Weber

    

(Keulen 03-11-1997 / Bühnen der Stadt Köln)

(Aken 12-04-2003 / Theater Aachen) 

(M.Gladbach 15-04-2007 / Theater Mönchengladbach)


Libretto van Friedrich Kind gebaseerd op het Gespenterbuch van Johannes August Apel en Friedrich Laun.
Romantische opera met ouverture in 3 aktes (5 tonelen)
Plaats en tijd. Bohemen, na de dertigjarige oorlog.
Première. Berlijn, (Königliches Schauspielhaus) op 18-06-1821.  

OTTOKAR (Boheems Vorst) bariton
CUNO (jachtopziener) bas
AGATHE (zijn dochter) sopraan
ÄNNCHEN (Achathe`s nichtje) sopraan (soubrette)
CASPAR (jager) bas
MAX (jonge jager) tenor
SAMIEL (zwarte jager) gesproken rol
KILIAN (rijke boer) tenor

Inhoud

Een oude Koninklijke jachtopziener wil zijn dochter Agathe schenken aan de jagersjongen Max. De Vorst geeft zijn goedkeuring, maar er is een oude regel die vereist dat de aanstaande bruidegom eerst een  succesvol proefschot moet lossen. Casper een andere jagersjongen, kwaadaardig en onstuimig, heeft ook een oogje laten vallen op het meisje, maar heeft zich al min of meer overgeleverd aan de duivel.
Max is een prima schutter, maar alles wat hij de laatste tijd onderneemt mislukt. Dat maakt hem wanhopig. Casper haalt hem over zelf zogenaamde betoverde kogels te gieten. Zes daarvan zullen doel treffen maar de zevende behoort toe aan de duivel. Deze moet Agathe treffen. Het lot beslist anders. Bij dit schot valt het meisje wel neer, maar Casper ook. Hij is het ware slachtoffer van de duivel, Agathe is alleen geschrokken. De vraag waarom, ontwikkelt zich in de loop van het stuk, maar alles loopt vrolijk af.
Akte I  
Voor een herberg bij een open plek in het woud.
Agathe heeft de jagersjongen Max tot bruidegom gekozen en Casper haar oude minnaar afgewezen. Alleen door een succesvol proefschot zal Max toestemming krijgen om met Agathe te trouwen en de houtvesterij in bezit krijgen. Meteen nadat het doek geopend is weerklinkt een schot. Boer Kilian heeft een schietwedstrijd gewonnen, en wordt hiervoor gehuldigd.
Hij kan het niet laten Max, die gehoopt had winnaar te worden, met diens nederlaag te bespotten. Schau der Herr mich an als König. Er dreigt ruzie, maar jachtopziener Cuno komt tussenbeide. Als Cuno hoort dat Max voor de zoveelste maal slecht heeft geschoten, zegt hij hem dat hij de volgende dag bij het proefschot voor de Vorst beter voor de dag zal moeten komen. Als Max daar weer zal falen zal Cuno hem de hand van zijn dochter Agathe weigeren. Cuno vertelt hoe de gewoonte van het proefschot eigenlijk ontstaan is, en vertelt hoe een van zijn voorouders met een meesterlijk schot een wilddief het leven redde, die men als straf op de rug van een hert had gebonden. De jager Caspar, een luguber individu, mompelt iets over 'vrijkogels' die alles kunnen treffen waar men op mikt. Max is wanhopig en Caspar begint hem in te fluisteren dat hij wel raad weet voor zijn probleem, Trio. diese Sonnen.
De boeren en jagers beginnen een wals, terwijl Max mistroostig bij de herberg achterblijft en zijn wanhoop uitzingt in zijn aria. Durch die Wälder, durch die Auen  recitatief 1) Nein, länger trag' ich nicht die Qualen.
Caspar gebruikt de kans om Max te benaderen met zijn voorstel, maar eerst is het nodig dat Max wat aangeschoten raakt. Een drinklied,  Hier im ird'schen Jammerthal draagt daartoe bij. Caspar vertelt Max dat hij hem wel vrijkogels kan verschaffen. Die zal Max echter om middernacht zelf moeten gieten in de Wolvenravijn, een vallei die behekst is.
Van de zeven kogels zullen de eerste zes alles treffen wat de schutter wenst, maar de zevende is het eigendom van de schenker, de 'wilde jager' Samiel, een lokale Boheemse Satan die zo de jagers in zijn macht krijgt. Voor Caspar die ook in zijn macht is, is de enige kans om uitstel te krijgen, een nieuw slachtoffer aan te brengen. Dit schijnt hem te lukken en triomfantelijk zingt Caspar zijn demonische aria. Schweig damit dich Niemand warnt.
Akte II  
Eerste toneel 
In het huis van Cuno.
Zijn dochter Agathe heeft een kluizenaar bezocht, en witte rozen van hem gekregen, maar hij heeft haar ook gewaarschuwd voor een onbekend gevaar. Agathe is met haar nichtje Ännchen een portret van haar voorvader op te hangen, dat op onverklaarbare wijze van de muur is gevallen. Een ongunstig voorteken?  duet. Schelm, halt fest!  Ännchen probeert haar wat op te vrolijken met haar schalkse aria.  Kommt ein schlanker Bursch gegangen, wat niet erg lukt.
Agathe wacht alleen op haar geliefde Max. Zij bidt een avondgebed, en hoopt dat hij goede berichten mee zal brengen. aria. Wie nahte mir der Schlummer. Zij hoort hem naderen en treedt hem tegemoet in een enthousiaste cabaletta. All meine Pulsen schlagen. Max beweert een vogel geschoten te hebben waarvan hij haar een grote veer toont. Maar dit is de vogel die geraakt werd toen Caspar hem de trefzekerheid van de vrijkogels toonde. De vogel zelf is echter in de Wolvenravijn gevallen en moet daar nu nog uitgehaald worden. Agathe en Ännchen zijn hierover ontzet, maar Max wil er nog dezelfde avond heen te gaan. trio. Wie? Was? Entzetsen!  Dort in der Schreckensschlucht.
Tweede toneel
 
In de Wolvenravijn.
Caspar roept Samiel en probeert uitstel te krijgen voor zijn termijn die morgen afloopt. Samiel gaat akkoord, als hij diezelfde avond nog een nieuw slachtoffer zal weten aan te brengen. Max verschijnt boven op de heuvel en wordt door visioenen gewaarschuwd niet verder in het dal af te dalen, maar Caspar haalt hem er toch toe over. Samen beginnen zij nu met bepaalde toverformules de vrijkogels te gieten. Bij ieder kogel wordt de sfeer meer spookachtig, tot bij de zevende kogel Samiel zelf verschijnt. Hij strekt zijn hand uit naar Max.
Akte III  
Eerste toneel
Weer in Cuno's huis, nu in Agathes slaapkamer.
Agathe heeft gedroomd dat ze was veranderd in een witte duif, en dat Max haar neerschoot. Gekweld zoekt ze troost in een gebed cavatine. Und ob die Wolke sie verhülle. Ännchen hecht minder waarde aan onheilspellende dromen en wil dit bewijzen door over een droom te vertellen die allerminst is uitgekomen. romance.  Einst träumt meiner sel' gen Base en aria Trübe Augen, Liebchen. Maar er zijn meer waarschuwende tekenen.
De bruidmeisjes komen Agathe de bruidskrans brengen en zingen daarbij hun bijna tot volkslied geworden. Wir winden dir den Jungfernkrantz. Maar als zij de krans uit de doos willen halen deinzen zij van schrik terug. Iemand heeft de dozen verwisseld en in plaats van een bruidskrans zit er een grafkrans in. Ännchen probeert krampachtig de situatie te redden door het sein te geven het zangkoortje nog eens te herhalen.
Tweede toneel
Een plek in het bos waar Max het proefschot zal moeten lossen.
Graaf Ottokar zit met de jagers voor een tent te eten. Jagerskoor. Was gleicht wohl auf Erden. Daarna geeft Ottokar Max opdracht tot het proefschot, maar die heeft helaas al zes van zijn vrijvogels verbruikt, daartoe aangezet door Caspar. Op het moment dat hij aanlegt op de duif als mikpunt, roept Agathe hem niet te schieten omdat zij zelf de duif is. Helaas te laat , want Max haalt de trekker over en Agathe zakt in elkaar. (Toch eindigt de opera min of meer gelukkig want het tragische einde was in Webers tijd nog niet toegestaan.)
Precies op het kritieke moment was namelijk een zeer vrome kluizenaar naar voren getreden. Hij ging bij Agathe staan en daardoor ging de vrijkogel die Samiel voor Agathe bestemd had langs haar heen en trof Caspar zelf, die het schouwspel vanuit een boom zat gade te slaan. Finale.  Schaut, o schaut, er traf die eig'ne Braut. Agathe komt weer bij en Caspar overlijdt terwijl hij Samiel vervloekt. Graaf Ottokar beveelt dat zijn lijk in de Wolvenravijn gegooid moet worden en vraagt daarna aan Max opheldering over de vreemde gebeurtenissen. Als hij hoort dat er vrijkogels in het spel zijn stuurt hij hem zijn land uit. Maar de kluizenaar pleit voor Max, Wer legt aug ihn so strengen Bann. Zijn voorstel is dat Max een proeftijd van een jaar zal krijgen. Hierna zal hij een nieuw proefschot mogen afleggen, en daarna kan hij Agathes hand krijgen. Graaf Ottokar is het hiermee eens, en belooft dan zelf bij die bruiloft tegenwoordig te zijn.  
 

(Keulen 03-11-1997 / Bühnen der Stadt Köln)

JOHANNES FRITZSCH dirigent
ANDREAS HOMOKI regie
HARTMUT MEYER decor
MECHTIHILD SEIPEL kleding
ALBERT LIMBACH koor
MANFRED VOSS licht
Bezetting  
BRUNO CAPRONI Ottokar (bariton)
DIETER SCHWEIKART Cuno (bas)
HILLEVI MARTINPELTO Agathe (sopraan)
IRIDE MARTINEZ Annchen (sopraan)
HARRY PEETERS Caspar (bas)
ROLAND WAGENFUHRER Max (tenor)


(Aken 12-04-2003 / Theater Aachen)

JEREMY HULIN dirigent
PAUL ESTERHAZY regie
PIA JANSEN decor
RENATE SCHWIETERT kleding
BERNHARD MONCADO koor
Bezetting  
HANS LYDMAN Ottokar (bariton)
JAROSLAW SIELINCKI Cuno (bas)
LISA GRAF Agathe (sopraan)
KRISTINA TOTZEK Annchen (sopraan)
DERRICK LAWRENCE Caspar (bas)
MICHAEL KÖNIG Max (tenor)
ANREAS JOOST Kilian (tenor)


(M.Gladbach 15-04-2007 / Theater Mönchengladbach)

ALLAN BERGIUS / GRAHAM JACKSON dirigent
ANTHONY PILAVACHI regie
TATJANA IVSCHINA decor & Kleding
HEINZ KLAUS koor
Bezetting  
CHRISTOPH ERPENBECK / MICHAEL KUPFER Ottokar (bariton)
TOBIAS PFÜLB / MATTHIAS WIPPICH Cuno (bas)
ANET BARTOLOVA / LEA - ANN DUNBAR Agathe (sopraan)
DEBRA HAYS /JEANNETTE WERNECKE / ISABELLA RAZAWI Annchen (sopraan)
HAYK DÈINYAN Caspar (bas)
ROMAN SADNIK / HANS JÜRGEN SCHŐPFLIN Max (tenor)
WALTER PLANTE / HANS JÜRGEN SCHŐPFLIN Kilian (tenor)
REINER ROON Samiel (bas)
1) recitatief. Declamatorische zang, meestal met instrumentale begeleiding. Een voorgelezen voordracht..