La Gazza Ladra

La Gazza Ladra

Gioacchino Rossini

 
(de stelende ekster)
Libretto van Giovanni Gherardini, gebaseerd op La pie voleuse of La servante de Palaiseau door Théodore Baudouin d`Aubigny en Louis-Charles Caigniez
Opera semiseria met een ouverture en 2 aktes.
Plaats en tijd. Napels, begin 19e eeuw.
Première. Milaan (Teatro alla Scala) op 31-05-1817.
(Rossini heeft nog meerder malen de muziek veranderd, in 1818, 1819, 1820, en in 1866)
(duur 182 minuten)

FABRIZIO VINGRADITO (een rijke boer)bas
LUCIA (ZIJN VROUW)mezzosopraan
GIANNETTO (hun zoon, soldaat)tenor
NINETTA (het dienstmeisje)sopraan
FERNANDO VILLABELLA (vader van Ninetta, soldaat)bariton
GOTTARDO (burgemeester)bas
PIPPO (jonge boer in dienst van Fabrizio)alt
ISACCO (straatventer)tenor
ANTONIO (cipier)tenor
GIORGIO (dienstbode van de burgemeester)bas
ERNESTO (vriend van Fernando, soldaat)bas
DE EKSTER (meestal uitgebeeld als danser) 


Inhoud

Als Giannetto terugkeert van de oorlog hoopt Ninetta erop dat zij zullen trouwen. In het geheim probeert zij haar vader Fernando Villabella (een deserteur) onderdak te geven. De burgemeester maakt haar ondertussen het hof. Maar Ninetta wordt verdacht vanwege de vermissing van een lepel en omdat Isacco een zilverstuk van haar heeft gekocht. Door deze beschuldiging komt zij in de gevangenis terecht en zij wordt schuldig bevonden en ter dood veroordeeld. Pas vlak voor de terechtstelling wordt zij gered als blijkt dat de lepel is gestolen door een ekster.
Akte I
Het is feest in het huis van Fabrizio Vingradito en zijn vrouw Lucia vanwege de terugkeer van hun zoon Giannetto uit de oorlog. Een van de dienstmeisjes, Ninetta is verliefd op hem en iedereen ziet het stel graag getrouwd. Alleen Lucia is ertegen. Zij beschuldigd Ninetta van het verduisteren van een zilveren lepel. Isacco, een locale straatventer komt binnen en vraagt naar Ninetta, maar Pippo stuurt hem weg. Gianetto komt thuis en gaat samen met Lucia naar binnen terwijl Ninetta alles in orde maakt voor het feest.

Na hun vertrek komt ook Ninetta`s vader terug van de oorlog. Hij is echter na een gevecht met zijn Kapitein en desertie ter dood veroordeeld. Hij vraagt zijn dochter om twee van hun zilveren familie-stukken te verkopen, die moeten dienen als betaling terwijl hij op de vlucht is. De burgemeester komt binnen en is van plan on Ninetta te verleiden. Zij beweert dat haar vader op een zwerver lijkt. De assistent van de burgemeester geeft het arrestatiebevel af voor de deserteur, maar de burgemeester heeft zijn bril vergeten en vraagt Ninetta om de aanklacht voor te lezen. Het lijkt alsof de aanklacht gaat over iemand die totaal verschild van haar vader.

De burgemeester blijft zich opdringen aan Ninette. Boos en verbolgen verraad Fernado zich daarom bijna. Het drietal vertrekt en een ekster komt aangevlogen en steelt een van Lucia`s zilveren lepels. Isacco komt weer langs en Ninetta verkoopt aan hem het zilver dat haar vader haar heeft toevertrouwd. Gianetto en de anderen zijn weer terug gekomen en Lucia merkt op dat er een lepel is verdwenen. De burgemeester start meteen en onderzoek, en eist een zware boete voor de diefstal. Lucia en de burgemeester beschuldigen Ninetta, die in haar angst het geld laat vallen dat ze had ontvangen van Isacco. De straatventer wordt erbij geroepen en hij verklaart dat hij de lepel al heeft gekocht en hij leest de inscriptie op. F.V. (de initialen van Fernando). De belemmerde Ninetta, vastbesloten om haar vader te verdedigen is niet in staat om tegen de beschuldigingen in te gaan, en de burgemeester geeft bevel om haar te arresteren.
Akte II
De gevangenis-bewaarder Antonio heeft medelijden met Ninetta en belooft dat hij een bericht zal sturen naar Pippo en hij staat toe dat Giannetto haar bezoekt. Ninetta overtuigt Giannetto ervan dat zij onschuldig is. Hierna brengt de burgemeester haar een bezoek en belooft Ninetta vrij te laten als ze op zijn avances in wil gaan, maar zij antwoord dat zij nog liever dood wil. De burgemeester wordt weg geroepen, maar Antonio die alles gehoord heeft belooft Ninetta dat hij haar op alle manieren zal helpen. Ninetta vraagt aan Pippo of hij een gouden kruis voor haar wil verkopen en of hij wat geld wil verbergen op een afgesproken geheime plaats, bij de kastanjeboom. Door het gerechtshof is Ninetta schuldig bevonden en ter dood veroordeeld. Om zijn dochter te redden haast Fernando zich naar de rechtzaal, maar hij is te laat, en ook hij wordt in de gevangenis gezet.

Een militaire vriend van Fernando gaat op zoek naar de burgemeester om voor Ninetta`s vader te pleiten. Pippo wijst hem de weg en geeft hem een zilveren munt in de hoop dat dit hulp biedt, maar de ekster steelt deze munt en vliegt hoog in de toren. Pippo en Antonio maken jacht op de dief. Ninetta wordt naar het schavot gebracht en zij neemt afscheid van de menigte. Vanaf de toren schreeuwen Antonio en Pippo dat zij Lucia`s zilver hebben gevonden in het nest van de ekster en zij luiden de klokken. De menigte hoort wat zij roepen en hopen dat Ninetta nu veilig is, maar er vallen schoten en men denkt dat het te laat is. Maar het verrassende is dat Ninetta de heuvel af komt lopen. De schoten waren vreugde schoten. Er wordt feest gevierd. Maar Ninetta is nog bezorgd over de toestand van haar vader. Dan verschijnt hij samen met Ernesto, en iedereen uitgezonderd de Burgemeester genieten van de goede afloop.

De opera heeft een mooie ouverture en verschillende bekende aria`s. De bekendste is het gebed van Ninetta, "Deh, tu reggi in tal momento". Een cavatina "Di piacer mi balza cor" (voor sopraan) en een solozang "Viene fra queste braccia" (voor tenor). Het cabaletta voor het duet tussen Arturo en Elvira uit I Puritani van Vincenzo Bellini begint met precies dezelfde woorden. Twee voorbeelden van Rossini`s briljante muziekschrijving.