Aufstieg und Fall der Stadt Mahagonny

Aufstieg und Fall der Stadt Mahagonny

Kurt Weill


(Essen 24-01-2009 / Aalto Musiktheater Essen)


Libretto van Bertolt Brecht
Opera in 3 aktes.
Plaats en tijd. Mahagonny, denkbeeldige stad in Noord-Amerika, het heden.
Première. Leipzich 09-03-1930.

LEOKADJA BEGBICKalt / mezzosopraan
FATTY (de procuratie houder)tenor
MOSES (drieëenigheid)bariton
JENNYsopraan
JIM MAHONEYtenor
JACKtenor
BILLY (Sparbüchsenbill genoemd)bariton
JOE (Alaskawolfjoe genoemd)bas
TOBBY HIGGINStenor
Zes meisjes van Mahagonny, en drie mannenkoor

Inhoud

Akte I
Scene 1
Een troosteloos stuk niemandsland.
Wanneer de vrachtwagen waarin zij gevlucht zijn het begeeft en niet verder kan, verlaten de drie door justitie veroordeelden de truck. Het zijn Fatty de procuratiehouder, Trinity Moses, en Leocadia Begbick. De politie zit achter hen aan, maar omdat zij ervan overtuigd zijn dat zij in dit verre noorden niet gezocht zullen worden besluiten zij te blijven en een stad te stichten.

De locatie is goed en de naam zal Mahagonny zijn. De gouddelvers die van de goudvelden van Alaska komen zullen hier zeker enige tijd willen vertoeven, en Begbick gelooft dat zij van deze mannen kunnen profiteren als zij hier gezelligheid en vertier kunnen vinden.
Scene 2
Het nieuws van Mahagonny verspreidt zich snel, en goudzoekers en oplichters verzamelen zich in de nieuwe pleisterplaats. Ook de hoer Jenny Smith, samen met zes andere meisjes behoren tot de nieuwe inwoners.
Zij zingen de “Alabama Song,” waarin zij hun vorige leven vaarwel zeggen, en gaan op jacht naar whisky, dollars en mooie mannen.
Scène 3
Fatty en Moses gaan naar de grote steden ( waar men zich verveelt, en een doelloos leven leidt ) om propaganda te maken voor de goudstad Mahagonny.
Scene 4
Vier houthakkers uit Alaska, die samen in de bossen moeilijke tijden hebben doorgemaakt, en daar veel geld hebben verdiend gaan ook op weg naar Mahagonny. Het zijn Jimmy Mahoney en zijn drie vrienden Jacob Schmidt, Bank Account Billy, en Alaska Wolf Joe. Zij zingen over wat hen te wachten staat en kijken uit naar de vrede en het geluk dat in de nieuwe stad op hen wacht.
Scene 5
In Mahagonny vinden de vrienden slechts andere teleurgestelde reizigers, die de stad alweer verlaten. Begbick, die goed geïnformeerd is over ieders persoonlijke smaak, doet de prijzen omlaag, maar voor de armoedige Billy is het nog steeds te duur. De ongeduldige Jimmy vraagt aan de meisjes of ze zich willen voorstellen, zodat hij een keuze kan maken. Begbick denkt dat Jenny het juiste meisje is voor Jack, maar ook hij vindt haar prijs te hoog. Zij smeekt Jack om er nog eens over na te denken “Havana Song”, en die aansporing is voor Jim voldoende om haar te kiezen. Jenny en de meisjes zingen een hulde voor “The Jimmys from Alaska.”
Scene 6
Jimmy en Jenny leren elkaar beter kennen, en zij vraagt hem wat hij graag van haar zou willen. Wil hij dat zij haar haren opsteekt of laat hangen, moet zij ondergoed dragen dat tot zijn verbeelding spreekt of niet? “Wat wil jij?” vraagt Jim, maar Jenny geeft daarop geen antwoord.
Scene 7
Begbick, Fatty and Moses praten over de financiële crisis van de gezellige stad. De inwoners verliezen hun hoop, en de prijs van de whisky gaat snel omlaag. Begbick stelt voor om terug te gaan naar beschaving, maar Fatty herinnert haar eraan dat de federale politie vlakbij Pensacola, naar haar heeft geïnformeerd.
Scene 8
Jimmy is rusteloos en besluit Mahagonny te verlaten, het is er te vredig voor hem. Zijn vrienden zijn eensgezind en proberen hem ervan te overtuigen dat hij moet blijven. Uiteindelijk lukt dat, zijn boosheid verdwijnt en hij komt terug naar de stad.
Scene 9
Voor het Rich Man’s Hotel.  
Jimmy zit net als de anderen lui onderuitgezakt, terwijl een pianist Thekla Badarzewska's “The Maiden’s Prayer.” speelt. Hij trekt een mes, en roept om Begbick. Zijn vrienden proberen hem te ontwapenen en de anderen roepen dat ze hem er maar uit moeten gooien. Weer tot rust gekomen vertelt hij Begbick dat Mahagonny mensen nooit gelukkig kan maken. Het is er te vredig en stil.
Scene 10
Alsof het een antwoord is op Jimmy`s klachten, wordt de stad getroffen door een tyfoon. Iedereen zingt vol huivering over het noodlot dat hen te wachten staat.
Scene 11
Gespannen wachten de mensen op de komst van de orkaan. De mannen zingen een waarschuwende lofzang, met de boodschap om niet bang te zijn. Jim vergelijkt nadenkend de wreedheid van de natuur die nog groter is dan die van de Mens. Waarom bouwen we iets op vraagt hij zich af ? Niet om genoegen te beleven aan de verwoesting! Sinds de Mens de orkaan kan overtreffen heeft angst geen zin. Omwille van de genoegdoening van de mens zou niets verboden moeten zijn. Als je andermans geld wil hebben, zijn huis of vrouw, sla hem neer en neem het; doe wat je graag wilt.

Terwijl Begbick en de mannen Jimmy’s filosofie overdenken, komen Fatty and Moses gehaast binnen met nieuws. De orkaan heeft onverwacht Pensacola overvallen, en Begbick’s vijanden, de federale politie gedood.
Voor Begbick en haar legioen is dit het teken dat Jimmy gelijk heeft. Zij zingen samen met hem, Jenny en zijn drie vrienden een nieuw uitdagend lied. If someone walks on, then it’s me, and if someone gets walked on, then it’s you. Op de achtergrond gaan de mannen door met hun lofzang als de orkaan nadert.
Akte II
Scene 12
Op een wonderlijke manier laat de orkaan Mahagonny ongedeerd, en allen zingen vol ontzag over hun wonderlijke redding. Dit bevestigt Begbick’s geloof in de filosofie van “Doe wat je wilt,” en zij besluit zo verder te gaan.
Scene 13
In de hernieuwde “Do It” taverne. De mannen zingen over de vier genoegens van het leven. Eten, Liefhebben, Vechten en Drinken. Eerst komt eten. Bij stijlloze café muziek, schrokt Jimmy’s vriend Jacob tot hij erbij neervalt en overlijdt. De mannen zingen een gezang over zijn lichaam, gegroet “man zonder angst
Scene 14
Liefhebben. Terwijl Begbick geld inzamelt, kalmeert Moses de ongeduldige mannen die in een rij staan te wachten om de liefde te bedrijven met Jenny en de ander prostituees. De mannen zingen de Mandalay Song”, waarschuwend dat liefde niet eeuwig duurt, en dringen aan om snel te zijn.
Scene 15
Vechten. De mannen komen bijeen om de bokswedstrijd tussen Trinity Moses en Jim’s vriend Alaska Wolf Joe te zien. Terwijl de meeste van hen, ook de altijd voorzichtige Billy, wedden op de dikke Moses, wedt Jim, vanwege hun vriendschap op Joe. De match is duidelijk unfair. Moses wint niet alleen, maar hij dood Joe als hij hem knock-out slaat.
Scene 16
Drinken. In een poging om het verdriet van Joe`s dood van zich af te schudden, nodigt Jimmy iedereen uit om een drankje op hem te drinken. De mannen zingen: “Life in Mahagonny,” waarin zij beschrijven hoe men met slechts vijf dollar per dag kan rondkomen, maar degene die plezier willen hebben zullen natuurlijk meer nodig hebben.

Jim, die steeds meer dronken wordt droomt ervan om terug te zeilen naar Alaska. Hij gebruikt de gordijnroede als mast en klimt op de pooltafel, denkend dat het een schip is. Jenny and Billy spelen het spel mee. Maar Jimmy is meteen nuchter als Begbick geld vraagt voor de whisky en voor beschadigingen van haar eigendommen. Totaal gebroken richt hij zich tot Jenny, die hem weigert te helpen, wat zij duidelijk maakt in het lied “Make your own bed” (een bewerking van de ideeën die hij verkondigde aan het einde van de 8e akte).
Jim legt zijn ketenen af en terwijl hij een ander couplet zingt van “Life in Mahagonny,” keert hij terug in de tijd.
Trinity Moses deelt het gezelschap mee, dat Jimmy met zijn leven zal moeten betalen voor zijn misdaden.
Scene 17
`s nachts. Jim alleen en geketend aan een lantaarnpaal, zingt in een smeekbede aan de zon om niet te schijnen op de moeilijke dag van zijn berechting.
Acte III
Scene 18
In de rechtszaal.
Moses, als kermisachtige klantenlokker, verkoopt kaarten voor de berechting. Hij doet dienst als aanklager, Fatty als gevolmachtigd verdediger, en Begbick als rechter. Eerst dient de zaak van Toby Higgins, beschuldigd van moord op voorbedachte rade bij het testen van een oude revolver. Fatty beveelt de benadeelde partij om op te staan, maar niemand doet dat, omdat de doden niet spreken. Toby koopt hen alledrie om, met als resultaat, dat Begbick de zaak afwijst.

Nu is Jimmy`s zaak aan de beurt. Geketend wordt hij door Billy (van wie hij geld probeert te lenen) binnengelaten, maar Billy weigert uiteraard, ondanks Jim`s pleidooi om terug te denken aan hun tijd samen in Alaska. Om praktische redenen is het dezelfde toespraak die hij gewoon was te gebruiken om Higgins aan te vallen. Moses wijst hem op het niet betalen van de rekening, voor het gebruik van Jenny (die zichzelf presenteert als aanklager).

Zij geeft toe “geslachtsgemeenschap” met hem te hebben gehad voor geld, en beschuldigt hem van het ophitsen van de menigte, met een illegaal vreugdevol lied “an illegal joyous song”. Billy, spreekt dit tegen, met steun van de menigte, door te verwijzing naar de laatstgenoemde akte, toont Jimmy de wetten die Mahagonny eist. Moses zegt dat Jimmy de dood van zijn vriend Joe heeft bespoedigd omdat hij hem heeft aangespoord een prijsgevecht te houden. Jim spreekt hem tegen met de vraag ”wie heeft Joe eigenlijk gedood”? Moses weet hierop geen antwoord.

Jim krijgt een minder zware veroordeling voor zijn minder grote misdaad, maar voor het niet hebben van geld krijgt hij de doodstraf. Begbick, Fatty en Moses gaan gaan staan om zich voor te stellen als de benadeelde partij en maken bekend dat er voor het menselijke ras geen grotere misdaad bestaat dan een man zonder geld. “in the whole human race / there is no greater criminal / than a man without money.”  Als Jim wordt weggeleid in afwachting van zijn executie, zingt iedereen de “Benares Song,”waarin zij verlangen naar die exotische stad, waar de zon schijnt “where the sun is shining.” Maar Benares is verwoest door een aardbeving. Where shall we go?” waar zullen we heengaan vragen zij.
Scene 19
Bij de galgen.
Jim neemt teder afscheid van Jenny, die, gekleed in het wit, zichzelf uitroept tot weduwe. Hij geeft haar over aan, zijn laatst overgebleven collega uit Alaska. Als hij de executie probeert uit te stellen, door de mensen van Mahagonny erop te wijzen dat God bestaat, spelen zij voor hem onder leiding van Moses, het verhaal van “God in Mahagonny, ”waarin de Almachtige de stad beschuldigt van de vernietiging door haar inwoners, die verklaren dat zij niet naar de hel gestuurd kunnen worden, omdat zij al in de Hel zijn. Jim, ingetogen, vraagt om een glas water, maar dat wordt hem geweigerd, en Moses geeft opdracht om het valluik te openen.
Scene 20
Een opschrift geeft aan dat, na Jim’s dood, de meer en meer toenemende vijandelijkheid tussen de verschillende partijen van de stad de oorzaak is van de vernietiging van Mahagonny. In een mengeling van thema`s eerder uit de opera, zien we groepen die protest uitbrengen in optochten, die met elkaar in conflict raken terwijl op de achtergrond te zien is dat de stad in brand staat. Jenny en de hoeren dragen Jim’s accessoires en kleding alsof het heilige relikwieën zijn. Billy en enkele andere mannen dragen zijn doodskist.

In een nieuw thema, verklaren zij en de anderen, “Nothing you can do will help a dead man.” Voor een dode man kun je niets meer betekenen. Begbick, Fatty and Moses verschijnen met hun eigen aanplakbiljetten, lopen mee met het hele gezelschap in de mars en verklaren, “Nothing will help him or us or you now,” Niets kan hem, ons of jou nog helpen.

De opera eindigt in een grote chaos.  


(Essen 24-01-2009 / Aalto-Musiktheater Essen)

STEFAN SOLTESZdirigent
BARRIE KOSKYregie
RALF ZEGERdecor
ALFRED MAYERHOFERkleding
ALEXANDER EBERLEkoor

Bezetting

 
 Leokadja Begbick (alt / mezzosopraan)
 Fatty, (de procuratie houder) (tenor)
 Moses (drieëenheid) (bariton)
 Jenny (sopraan)
 Jim Mahoney (tenor)
 Jack (tenor)
 Billy (Sparbüchsenbill genoemd) (bariton)
 Joe (Alaskawolfjoe genoemd) (bas)
 Tobby Higgins (tenor)
 Zes meisjes van Mahagonny, en drie mannen (koor)