Aïda

Aïda

Giuseppe Verdi


(Den Bosch 24-08-1990 / De Maaspoort)

(Essen 21-04-1996 /  Aalto-Musiktheater Essen)

(Essen 18-05-1996 / Aalto-Musiktheater Essen)

(Essen 16-06-2000 / Aalto-Musiktheater Essen)

(Brussel 12-10-2004 / De Munt / La Monnaie)

(Luik 11-11-2006 / Opera Royal de Wallonie Luik)

(Gent 21-06-2011 / Vlaamse opera)


Libretto van Guiseppe Antonio Ghislanzoni, naar een vertelling van Auguste Mariette Bey.
Opera in 4 aktes met 7 tonelen.
Plaats en tijd, Memphis en Thebe ten tijde van de heerschappij van de farao`s.
Première, Cairo (Operahuis) op 24-12-1871.  

KONING VAN EGYPTE bas
AMNERIS (zijn dochter) mezzosopraan
AIDA (slavin, dochter van Amonasro) sopraan
RADAMES (Egyptisch veldheer) tenor
AMONASRO (Koning van Ethiopië) bariton
RAMFIS (opperpriester ) bas
EEN BODE tenor
PRIESTERES sopraan 

Inhoud

Akte I 
Prelude 
Aida`s liefdesmotief, gezongen in een fijn polyfoon stemmenweefsel (meerstemmigheid, waarin afzonderlijke stemmen ritmisch en melodisch zelfstandig zijn) vormt  een contrast met het koor van de priesters, waarin op een ernstig denkwijze het kernconflict wordt ingeleid dat aan de tragedie ten grondslag ligt.
Eerste toneel 
In een zaal in het koninklijk paleis van  Memphis heeft de hogepriester Ramfis een ontmoeting met Radames.
Nu Egypte wordt bedreigd door de Ethiopiërs lijkt een oorlog onvermijdelijk. Radames hoopt op een benoeming als veldheer (recitatief) Se quel guerrier io fossi. Hij wil als overwinnaar van het slagveld terug te keren, en daarna de Koning om een gunst vragen. Hij wil dat Aida, de mooie Ethiopische slavin met wie hij in het geheim een liefdesverhouding heeft, toestemming krijgt om naar haar land terug te keren.

Begeleid door trompetgeschal begint hij aan zijn aria, Celeste Aida, waarin hij Aida verheerlijkt. Hij weet niet dat zij van koninklijke bloede is, en ook niet dat Amneris verliefd op hem is en hevig jaloers is op Aide. Een jaloezie die de kern vormt van een intrige en zal leiden tot een tragische ontknoping. Amneris zoekt Radames op en toont hem haar liefde. Als Aida, (haar slavin) binnenkomt krijgt zij het vermoeden waarom haar avances zo koel worden ontvangen. Haar jaloezie wordt groter en zij vervloekt Aida. In haar duet met Aida toont zij vriendschap voor haar slavin maar laat tevens merken hoe diep zij haar haat. Vieni, o diletta.

Aida is bang voor de komende oorlog en voelt zich bedreigt in haar liefde. Radames vreest dat hun liefde ontdekt wordt. Amneriris kan haar jaloezie niet verkroppen. De Koning verschijnt in gezelschap van de hogepriester en hun gevolg. Een boodschapper meldt dat de Ethiopiër oprukken naar de Thebe onder aanvoering van hun Vorst Amonarso, de vader van Aida. De Koning verklaart de oorlog aan de indringers en wijst Radames aan als bevelhebber. De jonge generaal krijgt het verzoek om naar de tempel van de Vulcanus te gaan en de Koning maant hem om als overwinnaar terug te keren. Ritorna vincitor.

Ook Aida wenst hem een zegenrijke terugkomst. Alleen achtergebleven realiseert zij dat dit tevens de nederlaag van haar vader en haar volk betekent. Zij wordt verscheurd tussen de liefde voor Radames en haar vader en klaagt haar nood bij de goden. Numi pietà del mio soffrir!  Zij ziet geen andere uitweg dan de dood. Haar innige preghiera, ondersteund door de zacht vibrerende muziek van de strijkers is een van de mooist melodische ingevingen van Verdi.
Tweede toneel 
In de tempel van de Vulcanis roept Ramfis na de dansen en het gezang van het koor van priesters en priesteressen de god Phtah aan. Possente Fthà, waarna hij plechtig het geweide heilige kruiszwaard overhandigt aan Radames. Het symbool van zijn macht. 
Akte II
Eerste toneel 
De vertrekken van Amneris.
Terwijl zij geholpen door slavinnen haar toilet maakt, zucht Amneris om haar geliefde Radames. Hij heeft de Ethiopiërs verslagen en wordt die dag terug verwacht in Thebe. Een vrouwenkoor zingt Chi mai fra gl`inni, met het drie maal herhaalde refrein Ah! vienni amor mio, m`inebria, terwijl kleine Moorse jongetjes dansen om haar af te leiden. Zij begroet Aida die binnenkomt met geveinsde sympathie, duet, Fu la sorte dell`armi a`tuoi funesta en kondigt aan dat Radames in de strijd gesneuveld is.

Diep geschokt geeft Aida het geheim van haar liefde voor Radames prijs aan haar rivale, die haar vriendelijke masker afwerpt. Het is een leugen, Radames leeft nog. Aida geeft blijk van haar vreugde als zij hoort dat hij nog in leven is, waardoor haar rivale alleen maar woedender wordt. Samen gaan ze op weg naar de intocht van de zegevierende Radames in Thebe.
Tweede toneel 
Bij de stadspoort van Thebe.
Het volk juicht om de overwinning, Gloria all`Egitto, ad Iside. Een fanfare kondigt de zegetocht aan van veldheer Radames en zijn leger. De wereldberoemde Triomfmars, vol pracht en praal wordt gevolgd door een ballet van danseressen die de overwinnings-trofeeën meevoeren. Ballabile.

Radames krijgt van Amneris de de overwinnaarskrans omgehangen, Salvator della patria. Als de gevangene worden binnengeleid is ook Amonarso, Aida`s vader onder hen. Aïda herkent hem en werpt zich in zijn armen. Hij vraagt haar om hem niet te verraden. Hij wendt zich tot de koning en verklaart dat hij een Ethiopische officier is. Anch` io pugnai. Samen met Aida en de gevangene smeken zij de Koning om genade. Oggi noi siam percossi dal fato. De Koning geeft gehoor aan zijn verzoek, maar Aida en haar vader moeten als gijzelaars achterblijven in Egypte. De Koning schenkt Radames de hand van zijn dochter Amneris. Eens zullen zij samen Egypte regeren. Maar Aïda en Radames zijn hier niet gelukkig mee.
Akte III
Aan de oevers van de Nijl.
In de nacht voor haar huwelijk gaat Amneris in gezelschap van Ramfis voor een gebed naar de tempel van Isis.
Voor een geheime ontmoeting wacht Aida aan de oever van de rivier op Radames. Zij neemt zich voor om zich van het leven te benemen als hij bij haar weg wil. Zij denkt met heimwee aan haar eigen land, romanza: Qui Radames verrà, (algemeen bekent als O Patria mia). Onverwacht voegt haar vader zich bij haar, duet, Ciel! Mio padre!  Hij vraagt haar naar de geheime route om te kunnen ontsnappen, maar zij wil niet als spionne gebruikt worden. Na zijn dochter een beschrijving te hebben gegeven van haar bevrijde vaderland in  Rivedrai le foreste imbalsamate, is zij bereid om Radames naar de geheime pas te vragen.

Zij brengt Radames in verleiding. In het begin wijst zij hem eerst af, duet Pur ti riveggo mio dolce Aida. Zij doet alsof zij samen met hem wil vluchten, maar langs welke route? Als Radames de bergpas noemt, Le gole di Napata, komt Amonarso uit zijn schuilplaats en verteld wie hij is. Onverwacht komt Amneris de tempel uit, zij heeft alles gehoord en is nu onvrijwillig getuige van het verraad. Aida en Amonarso slaan op de vlucht. Radames schikt zich in zijn lot en geeft zijn zwaard over aan Ramfis.
Akte IV
Eerste toneel
In een gang in het paleis waar de priesters over Radames zullen oordelen heeft Amneris tegenstrijdige gevoelens, L`aborrita rivale a me sfuggia. Zij belooft Radames te redden als hij afstand neemt van Aida. Già i Sacerdoti adunanci. Als hij weigert wordt zij door verdriet overmand, Ohimè!… morir mi sento.

Haar verzoek om gratie levert niets op. Hij wordt ter dood veroordeeld. Wanhopig probeert Amneris Ramsis en de priesters te bewerken. Saserdoti, compiste un delitto.
Tweede toneel  
Het toneel is verdeeld in twee niveaus, boven de tempel, onder de crypte waarin Radames is opgesloten. Hij klaagt over zijn lot. La fatal pietra. Zal hij voor altijd van Aida gescheiden zijn? Maar Aida is de grafkelder in geslopen en wil samen met hem afscheid nemen van het leven. Zij zingen een afscheidsduet, begeleid door het koor van de priesters. O terra, addio. Aide sterf in de armen van Radamses. Met een door tranen verstikte stem bidt Amneris voor Radames.     
 

(Den Bosch 24-08-1990 / De Maaspoort)

ED SPANJAARD dirigent
DOMINIK NEUER regie
WOLF E. LANGE decor & kleding
BEVERLY EMMONS licht
LOUIS BUSKENS koor
Bezetting  
PIETER VAN DEN BERG Koning van Egypte (bas)
GAIL GILMORE Amneris zijn dochter (mezzosopraan )
GABRIELLE LECHNER Aide slavin,dochter Amonasro (sopraan )
JEFFREY LAWTON Radames Egyptisch veldheer (tenor )
JAN DERKSEN Amonastro (tenor)
HANS SCHEIJEN Ramfis opperpriester (bas)
HENK KREUKNIET Een bode (tenor)
INGRID KAPELLE Priesteres (sopraan)


(Essen 21-04-1996 / Aalto-Musiktheater Essen)

(Essen 18-05-1996 / Aalto-Musiktheater Essen)

MATTHIAS AESCHBACHER dirigent
DIETRICH HILSDORF regie
JOHANNES LEIACKER decor & kleding
KONRAD HAENISCH koor


(Essen 16-06-2000 / Aalto-Musiktheater Essen)

STEFAN SOLTESZ dirigent
DIETRICH HILSDORF regie
JOHANNES LEIAKKER decor & kleding
DIETRICH D. GERPHEIDE koor
Bezetting  
ALMAS SVILPA Koning van Egypte (bas)
ILDIKO SZONYI Amneris zijn dochter (mezzosopraan)
GALINA SIMKINA Aide slavin,dochter Amonasro (sopraan)
EMIL IVANOV Radames Egyptisch veldheer (tenor)
KAROLY SZILAGYI Amonastro (bariton)
MARCEL ROSCA Ramfis opperpriester (bas)

(Brussel 12-10-2004 / De Munt / La Monnaie)

KAZUSHI ONO dirigent
ROBERT WILSON regie/decor/licht
JACQUES REYNAUD kleding
Bezetting  
GUIDO JENTJENS Koning van Egypte (bas)
MARIANNE CORNETTI / ILDIKO KOMLOSI Amneris zijn dochter (mezzosopraan
MICHELE CRIDER / NORMA FANTINI Aide slavin,dochter Amonasro (sopraan)
BADRI MAISURADZE / MARCO BERTI Radames Egyptisch veldheer (tenor)
ANDRZEJ DOBBER / MARK DOSS Amonastro (bariton)
ORLIN ANASTASSOV Ramfis opperpriester (bas)

(Luik 11-11-2006 / Opera Royal de Wallonie Luik)

ALAIN GUINGAL dirigent
DIETER KAEGI regie
BRUNO SCHWENGL decor & kleding
EDOUARD RASQUIN koor
ROBERTO VENTURI licht
Bezetting  
LÊONARD GRAUS Koning van Egypte (bas)
OLGA SAVONA / LIDIA TIRENDI Amneris zijn dochter (mezzosopraan)
ADINA AARON / AMARILLI NIZZA Aide slavin,dochter Amonasro (sopraan)
ZWETAN MICHAILOV / JEAN-PIERRE FURLAN Radames Egyptisch veldheer (tenor)
SERGEY MURZAEV / MARCEL VANAUD Amonastro (bariton)
ALEXANDER ANISIMOV / MIKHAIL KASAKOV Ramfis opperpriester (bas)
GUY GABELLE Een bode (tenor)

(Gent 21-06-2011 / Vlaamse opera)

DMITRI JUROWSKI  dirigent
PETER KONWITSCHNY  regie
JORG KOSSDORFF  decor
MICHAELA MAYER-MICHNAY  kleding
BERND KRISPIN  dramaturg
YANNIS POUSPOURIKAS  koor
Bezetting  
DANILO RIGOSA Koning van Egypte (bas)
IRINA MAKAROVA Amneris zijn dochter (mezzosopraan)
SUSANNA BRANCHINI Aïda
MISHA DIDYK Radames Egyptisch veldheer (tenor)
VALERY ALEXEEV Amonastro (bariton)
RICCARDO ZANELLATO Ramfis opperpriester (bas)
GIJS VAN DER LINDEN Een bode (tenor)
ANNEKE LUYTEN Sacerdotessa

De première van Aide in Cairo werd uitgesteld. Door de Frans-Pruisische oorlog konden de decors en kostuums, die besteld waren in Parijs niet op tijd worden bezorgd. Om de Franse gewonden te helpen schonk Verdi een deel van zijn honorarium van deze opera.